Dommelsch

Klik op onderstaande etiketten om meer informatie over het betreffende etiket te vinden.
Pilsener Jongebok Jubilator Malt Lentebok


Reeds in 1744 vestigt Willem Snieders zich in het toen amper 300 inwoners tellende plaatsje Dommelen en in het bevolkingsregister schrijft hij zich in als 'landbouwer ende bierbrouwer'. Zijn zoon, Adrianus Snieders, neemt later het beheer van de boerderij en de brouwerij over. In 1850 wordt Petrus Snieders de eigenaar van de brouwerij en beheert deze tot aan zijn dood in 1882. Diens zoon Willem is dan 13 jaar en te jong om de brouwerij voort te zetten. Willem richt zich dan ook op het landbouwbedrijf en zijn moeder, de weduwe Snieders-Heeren, zet de brouwerij voort, daarin bijgestaan door enkele trouwe brouwersknechten. Maar het bloed kruipt ook bij Willem Snieders waar het niet gaan kan en in het jaar 1895 besluit hij dan ook het landbouwbedrijf op te heffen en gaat hij zich toeleggen op het brouwersambacht. Naast het bestaande brouwerijpand bouwt hij, op de plaats waar nu nog steeds de brouwerij staat, een nieuwe, weliswaar bescheiden, maar voor die tijd moderne bierbrouwerij. Deze telg uit de Snieders-familie ontpopt zich als een bezielend leider en vakkundig brouwer en de faam van zijn producten, het Dommelsch Versch, Oud en Dubbel-Oud, verbreidt zich tot ver buiten de regio. Zeer bewust maakt hij ook de industriële ontwikkelingen van die tijd mee en daar waar mogelijk past hij die toe in zijn brouwerij. De eerste krachtbron die gebruikt wordt om de brouwerijmachines aan te drijven is een petroleummotor, die begin 1900 al vervangen wordt door een stoommachine. Met deze stoommachine wekt hij onder andere electriciteit op. En terwijl in Dommelen nog niemand aangesloten is op het electriciteitsnet, profiteert de plaatselijke kerk ook van deze energie en in die tijd gold: 'Bij het licht van de Brouwer lezen de gelovigen hun gebeden'. Willem Snieders is ook in commercieel opzicht een ondernemend man. Reeds in 1904 beginnen zijn eerste onderhandelingen over de aankoop van café-panden en de klantenkring breidt zich uit tot Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Meppel. Tot 1930 voerde de familie Snieders in Dommelen de brouwerij onder de naam 'De Oranjeboom'. Door een juridische strijd met de brouwerij d'Oranjeboom uit Rotterdam werd de naam gewijzigd in 'De Dommelsche Bierbrouwerij'. In 1930 wordt het bedrijf omgezet in een naamloze vennootschap Dommelsche Bierbrouwerij en in 1938 trekt Willem Snieders zich terug en wordt hij opgevolgd door drie van zijn zonen: Joseph, Jan en Frans. Dit drietal gaat door op de door hun vader ingeslagen weg en de Dommelsche Bierbrouwerij groeit gestaag. Na de Tweede Wereldoorlog zet de groei van de Dommelsche Bierbrouwerij zich voort. In 1968 besluiten de aandeelhouders, de familie Snieders, in het kader van de continuiteit, hun brouwerij te verkopen. De Dommelsche Bierbrouwerij wordt dan een onderdeel van Interbrew, een grote Belgische brouwerijgroep. Interbrew is in België ontstaan uit de fusie tussen de Brouwerij Piedboeuf in Jupille en de Brouwerij Artois in Leuven. In 2002 werd het beeldmerk van de brouwerij gewijzigd. Men ging terug naar het logo uit 1952 met hierop onder andere een schild. Op dat schild staat een golfslag afgebeeld van de rivier de Dommel, een idee van de toenmalige illustrator Cees Kelfkens uit Breda. In de jaren tachtig van de vorige eeuw introduceerde de brouwerij als eerste brouwerij in Europa een kelderbiertank met RVS-tanks in de Nederlandse horeca gevolgd in de jaren erna met biersystemen die afgestemd konden worden voor elke horeca-gelegenheid apart. Inmiddels gebruikt bijna iedere Nederlandse brouwerij deze oplossing. In 2003 introduceerde de brouwerij als eerste brouwerij in Nederland een zogenaamd telemeetsysteem. Dit systeem maakt het mogelijk om op afstand de inhoud van de kelderbiertanks bij horeca-relaties te lezen en dus te bepalen op welk moment de tank dient te worden bijgevuld. Tevens meldt het systeem eventuele storingen nog voordat de ondernemer het signaleert zodat er snel actie kan worden ondernomen. Hiernaast controleert het systeem doorlopend de temperatuur van de bierkoeler, de koeling van de bierleidingen, de tapdruk en het koolzuurgehalte in de bieropslagruimte. In 2005 werd in Nederland de Perfect Draft op de markt gebracht, een samenwerkingsverband van Interbrew en Philips. Het in Dommelen gebrouwen fustbier wordt bij Jupiler afgevuld. Het kelderbier wordt wel in Dommelen afgevuld. Blikken worden in Leuven afgevuld. In 2005 waren er 130 medewerkers in dienst. Er zijn twee waterbronnen die hetzelfde water leveren omdat ze op een breuklijn liggen. De ene bron is 127 meter diep en is goed voor 100 m3 per minuut en de andere is 167 meter diep en is goed voor 150 m3 per minuut. Een biogasleiding voorziet in 9% van de gasbehoefte. Het brouwen in het oude brouwhuis is in 1988 gestopt, het heeft inmiddels een museum-functie gekregen. In de oude brouwzaal staan vier ketels, te weten: twee beslagkuipen (110hl en 77hl), een klaringskuip (115hl) en een bier(kook)ketel van 165hl. In het oude brouwhuis kon men pas na 8 uur weer een nieuw brouwsel starten, in het nieuwe brouwhuis duurt een cyclus slechts één uur en 35 minuten. De nieuwe brouwinstallatie uit 1987 is van de firma Ziemann. Het is een dubbel brouwhuis met twee wortketels met een buitenkoker. Men brouwt 300 hl per brouwsel en men kan er 12 per dag maken. De slagzin van 2005 was: "Doe maar Dommelsch". Eind jaren 80 werd gebruikt: "Dommelsch wordt 't helemaal". In de jaren op werd gebruikt: "Maar wij hebben Dommelsch".